Procedure massaal bezwaar plus box 3 gestart

De Belastingdienst heeft eerder al brieven met uitleg gestuurd aan iedereen met box 3-inkomen. In juli volgt voor iedereen met box 3-inkomen een attentiebrief over het formulier OWR: voor welke jaren het kan worden ingediend, hoe dat moet gebeuren en binnen welke termijn. Er kan geen nadeel voor belastingplichtigen optreden, dus bij een hoger werkelijk rendement in een jaar wordt niet extra geheven. In dit artikel behandelen we achtergronden en aandachtspunten rond het formulier OWR.
Per kalenderjaar invullen
Iedere belastingplichtige die dat wil kan per kalenderjaar jaar het digitale formulier indienen. Dat geldt in ieder geval voor de belastingjaren vanaf 2021. Voor eerdere belastingjaren vanaf 2017 is het afhankelijk van ingediende bezwaren en verzoeken en de uitkomst van nog lopende procedures bij de Hoge Raad. Het is alleen zinvol en nodig het formulier in te vullen over een kalenderjaar waarin het werkelijk rendement naar verwachting (veel) lager is geweest dan het forfaitaire rendement. Dat kan per persoon anders zijn, afhankelijk van de omvang en samenstelling van het box 3-vermogen.
Het is dus nodig per kalenderjaar gegevens en bewijsstukken van het werkelijk rendement te verzamelen voor wie verwacht in een jaar of meer jaren een lager werkelijk rendement over box 3 vermogen te hebben dan het in de aangiften vermelde forfaitaire rendement. Extra bankgegevens kunnen nodig zijn indien uit jaaroverzichten de effectenmutaties gedurende het kalenderjaar niet duidelijk blijken. Ook bij vastgoedportefeuilles met mutaties gedurende het kalenderjaar is meer nodig dan alleen de begin- en eindwaarde in het jaar.
Berekening werkelijk rendement
Het formulier OWR maakt zelf berekeningen aan de hand van de ingevulde gegevens. Er is al veel geschreven over hoe het werkelijke rendement berekend wordt. Tot het werkelijke rendement behoren:
- Reguliere voordelen op basis van het kasstelsel (onder andere daadwerkelijk in het kalenderjaar genoten rente, dividend en huur).
- Vermogensaanwas op basis van vermogensvergelijking (in het kalenderjaar behaalde verkoopresultaten en waardemutaties, dus zowel gerealiseerde als ongerealiseerde waardemutaties).
- Negatieve reguliere voordelen: betaalde rente van schulden in box 3. Met andere kosten mag geen rekening gehouden worden. Boeterente is volgens de aangenomen Wet niet aftrekbaar.
Het gaat daarbij om het totale box 3-vermogen. Denkbaar is dus dat er bijvoorbeeld in 2022 (het enige slechte beursjaar van de afgelopen jaren) een waardedaling is van de effecten, maar dat daartegenover waardestijging van bijvoorbeeld vastgoed staat.
Verder is van belang dat geen rekening wordt gehouden met het heffingvrij vermogen. Vooral voor vastgoedbezitters is een groot nadeel dat geen rekening gehouden mag worden met onderhoudskosten. Daarover zijn al procedures bij de Europese Rechter aangekondigd, maar het zal nog jaren duren voordat duidelijk is of die goed aflopen. Vastgoedbezitters met veel onderhoudskosten zullen als het de kosten en moeite waard is bezwaar moeten maken tegen definitieve aanslagen indien het formulier OWR te weinig oplevert vanwege de niet-aftrekbaarheid van onderhoudskosten.
Voor bankrekeningen en effecten zal het werkelijke rendement vaak goed te bepalen zijn aan de hand van jaaropgaven van banken. Soms bevatten die jaaropgaven van effecten echter niet de resultaten uit verkopen tijdens het jaar. Ingeval van vorderingen en schulden zal het meestal gaan om de werkelijke rente, tenzij discussie mogelijk is over de zakelijkheid van de rente en de waarde van de vordering of schuld.
Werkelijk rendement op box 3-woningen
Speciale regels gelden voor box 3-woningen, zoals vakantiewoningen:
- Voor het werkelijke rendement van woningen in box 3 moet wat de ongerealiseerde waardestijging betreft aangesloten worden bij de WOZ-waarden (hoewel de waardepeildatum altijd een jaar achterloopt). Dus de waardemutatie in 2023 is het verschil tussen de WOZ-waarde 2023 (waardepeildatum 1 januari 2022) en de WOZ-waarde 2024 (waardepeildatum 1 januari 2023).
- In een jaar waarin een box 3-woning verkocht is, wordt de waardemutatie overeenkomstig het vorige punt berekend (dus op basis van WOZ-waarden, zodat de werkelijke verkoopopbrengst voor deze berekening niet van belang is). Vervolgens wordt die mutatie tijdsevenredig toegerekend aan de verkoper en de koper. Wie op 31 maart verkoopt moet dus 3/12 van de jaarmutatie meenemen in de berekening van het werkelijke rendement in dat jaar.
- Bij de waardemutatie van woningen in box 3 op basis van de vorige punten hoeft een WOZ-waardestijging die aantoonbaar voortvloeit uit investeringen in verbeteringen of uitbreidingen niet mee te tellen.
- Er hoeft bij de berekening van het werkelijk rendement geen bijtelling wegens eigen gebruik plaats te vinden tot en met 2025. Vanaf de aangifte over 2026 moet dat wel en zijn discussies te verwachten over de hoogte van de economische huurwaarde die dan vermeld moet worden.
Indieningstermijnen
Volgens aankondigingen is er na ontvangst van de attentiebrief van de Belastingdienst ruimschoots de tijd voor het indienen van het formulier OWR:
- Belastingplichtigen die het formulier zelf invullen en indienen hebben daarvoor 13 weken de tijd.
- Belastingplichtigen die het via een fiscaal dienstverlener zoals Raad laten indienen, hebben 26 weken de tijd.
Daarna volgen definitieve aanslagen. Daartegen kan op de gebruikelijke manier binnen 6 weken bezwaar worden gemaakt. Ook dan nog het formulier OWR worden ingediend als dat niet eerder gedaan is.
Acties
Na ontvangst van de attentiebrief van de Belastingdienst kan per jaar het digitale formulier OWR ingevuld en ingediend worden (volgens aankondigingen vanaf juli). Voor wie in box 3 voornamelijk effecten bezit, is het wellicht slechts zinvol om het formulier over 2022 in te dienen, omdat 2022 een slecht beursjaar was. Maar dat hangt uiteraard af van ieder specifieke effectenportefeuille en overige box 3 vermogen.
Van belang is te zorgen voor het tijdig verzamelen van gegevens om het formulier te kunnen invullen. Als u Raad inschakelt voor het invullen en indienen van het formulier beperkt een complete aanlevering van gegevens de tijdsbesteding en dus de kosten van het opstellen en indienen van het formulier. Wij zullen de door ons gemaakte uren x tarief bij u in rekening brengen. Afhankelijk van de hoeveelheid gegevens, zullen de kosten per jaar om voor u het formulier in te vullen naar verwachting tussen de € 125,00 – € 375,00 bedragen. We gaan er dan vanuit dat u de gegevens, zoals benodigd per jaar bij ons aanlevert.